TAAL IS NIET ALLEEN OM TE COMMUNICEREN
Over de eerste stap in het schrijfproces
Waarom is taal ontstaan? Toch zeker omdat we met elkaar wilden praten? Linguïst Thomas Sebeok zegt van niet. Taal was – nog voor spraak ontstond – vooral een instrument om de wereld te begrijpen, of zoals hij het noemt: cognitief te modelleren. Eerst de zaken op een rij zetten kwam dus voor (verbale) communicatie met de ander. Daar kunnen we wat mee in het schrijfproces.
De hersenen van de vroege mens waren voldoende ontwikkeld om verschillende soorten informatie te verwerken en op te slaan, zo blijkt uit onderzoek. Homo habilis, het eerste lid van het geslacht mens, moet een ontwikkeld verbaal systeem hebben gehad. Hij kon dit systeem alleen nog niet coderen in spraak.
Taal om te overleven
Taal, aldus Sebeok, is geëvolueerd voor cognitieve modellen. Want die heeft ieder schepsel nodig om te overleven, bijvoorbeeld door voedsel te onderscheiden van gif en verwanten van vijanden. Het verbale systeem was dus eerst een instrument voor mentale verwerking. Pas later werd taal ingezet voor het uitwisselen van boodschappen.
Met andere woorden, taal is niet alleen om te communiceren, maar allereerst om na te denken. Als dat werkte voor onze vroege voorvaderen, waarom dan niet voor ons? Eerst nadenken voor je communiceert, is een grote aanrader. Het is tenminste de raad, waarmee ik iedere schrijftraining begin.
Helder denken
Als je helder wilt communiceren, moet je eerst helder denken. Je moet antwoorden hebben voor je gaat schrijven. De drie bekende voorbereidende vragen zijn: voor wie schrijf je, wat schrijf je en waarom? Klinkt simpel, is simpel. Toch nog even opletten. Want over iedere vraag is nog wel wat meer te melden.
Voor wie?
Allereerst is het van groot belang dat je in het snotje hebt wie je lezer is. Dit is de belangrijkste vraag. Zet bij iedere tekst opnieuw drie dingen op een rijtje:
- Wat is het kennisniveau van je lezer/wat weet hij?
- Wat is zijn interesse/wat wil hij?
- Wat zijn de (voor)oordelen/wat voelt hij?
Wees je ervan bewust dat binnen je lezersgroep verschillende kennisniveaus, interesses en oordelen kunnen bestaan. Hoe ga je daarmee om? Lopen ze zo ver uiteen, dat je twee verschillende teksten moet schrijven?
Wat?
De ‘wat’ gaat over wat de lezer wil weten, de tekst is het antwoord op zijn vraag. Belangrijk hierbij is ook ‘hoeveel’. Hoeveel informatie heeft de lezer nodig om de tekst te begrijpen? Wat vertel je wel, wat vertel je niet? Ook hier kunnen binnen je lezersgroep verschillen bestaan. Hoe ga je daarmee om? Ga je werken met kaders of bijlagen met achtergrondinformatie?
Waarom?
Bij het ‘waarom’ denken veel schrijvers aan het communicatiedoel, zoals informeren of overtuigen. Maar voor een heldere tekst is het belangrijk dat je duidelijk voor ogen hebt wat het concrete doel is in termen van actie, kennis of gevoel. Wat moet je lezer na het lezen doen, weten of voelen?
Helft van de schrijftaak
Het voorbereidende werk is bijna de helft van je schrijftaak. Doe je het denkwerk vooraf, dan bespaar je tijd. Je schrijft sneller je tekst. En dat komt de leesbaarheid en helderheid weer ten goede. Kortom: als je eerst nadenkt voordat je schrijft, communiceer je beter. Laten we vooral werken in de volgorde van voorvader Homo habilis.