10-03-2015

HOE JE EEN VERHAAL SCHRIJFT ALS GERARD DEPARDIEU

De functie van voice in corporate stories

Ik hoef denk ik niet uit te leggen wie Gérard Depardieu is. Al heb je nooit zijn films gezien, je kent zijn grote neus en massieve fysiek, weet van zijn belastingontduiking door naar België te verhuizen, met als apotheose zijn naturalisatie tot Rus. Je zou willen dat iedere corporate story iets van Gérard Depardieu heeft: elementen waar je niet omheen kunt, die je bijblijven. Maar hoe doe je dat? Hoe schrijf je een verhaal als Gérard Depardieu?

Beschrijvende corporate stories zijn als het gezicht van Tom Cruise, was de conclusie van mijn vorige blog: zo glad dat je ogen ervan afglijden. Verhalende corporate stories hebben meer impact en worden beter onthouden. De vraag is: Hoe schrijf je zo’n verhalende tekst?

Even wat verhaaltheorie. In Storypower van Annet Scheringa staat dat een verhaal narratieve elementen bevat. Dat wil zeggen: er is een hoofdpersoon die de gebeurtenissen in gang zet en een ontwikkeling doormaakt als gevolg van een wens, worsteling of conflict. Deze elementen geven maximale gelegenheid tot identificatie door de lezer. Identificatie houdt in dat de lezer zichzelf herkent in een personage. Dat vergroot de mogelijkheid tot transfer.

Identificatie door voice

Het wat en waarom van verhalen zijn dus duidelijk. Maar hoe schrijf je zo’n verhaal? Hoe kun je identificerend schrijven? Identificatie kan vergroot worden door de tekst te voorzien van voice. Deze term van drie taalkundigen van de University of Pittsburgh[i] is inmiddels twintig jaar oud, maar wat mij betreft nog actueel. Voice bestaat uit drie componenten: activity, orality en connectivity.

Activity

houdt in dat je de tekst dynamisch maakt met actieve werkwoorden die concrete actie aangeven. Laat in je verhaal menselijk handelende instanties de gebeurtenissen op gang brengen, dan komt de actie er vanzelf in. Zo’n menselijk handelende instanties is niet per se een mens, maar wel iets of iemand die denkt en handelt als een mens en niet als een collectief.

Orality

draait om het gebruik van spreektaal en dialogen in directe rede. Directe rede is de letterlijke weergave van iemands woorden. Waneer je je personage sprekend en denkend opvoert, komen de emoties en ervaringen rechtstreeks van het personage. Daardoor kan de lezer zich beter met hem of haar identificeren.

 

Connectivity

ten slotte gaat over de relatie tussen de lezer en de tekst. Dit kun je bereiken door de lezer direct aan te spreken. Daarnaast gaat connectivity over verbanden tussen gebeurtenissen enerzijds en emoties en gedachten van personages anderzijds. Het gaat erom dat de lezer mee kan voelen met de wensen en worstelingen van de personages.

Als we gaan voor corporate stories die onthouden en doorverteld worden – en waarom zouden we niet? – laten we dan teksten schrijven met voice. Een menselijke stem in het verhaal maakt het beter invoelbaar. Voice zet bovendien aan tot het beschrijven van concrete acties, waarmee we een ‘echte’, herkenbare wereld kunnen schetsen. Een wereld waarin het lelijke bestaat naast het mooie, het heldhaftige naast het kleinzielige, het verlies naast de overwinning.

Voice geeft de mogelijkheid verhalen met een randje te schrijven, een randje waaraan de lezer blijft hangen. Als aan de neus van Depardieu ja.

Rectificatie: De directeur communicatie van de onderwijsinstelling uit mijn vorige blog wil graag onderstrepen dat ik niet de enige ben die teleurgesteld is over de toename van beschrijvende corporate stories...

 

[i] Beck, I.L.,M.G. McKeown & J. Worthy (1995). Giving a text voice can improve students’ understanding. Reading Reasearch Quartely, 30, (2), p. 220-238.