CONSTANTIJNTJE, 'T ZALIG KIJNTJE
Waarom het niet erg is dat Nederlands geen wereldtaal is
Er is een hoop te doen over het verdwijnen van ‘de kleine talen’ op de universiteiten. Bovendien verdwijnt onze eigen moerstaal ook langzaam uit de collegezalen. Met als gevolg iets paradoxaals als Dutch Golden Age Studies. Wat is dat? Vondel in het Engels? Constantijntje, ’t zalig kijntje/cherubijntje, van omhoog/d’ ijdelheden hier beneden/ uitlacht met een lodderoog. Ga er maar aan staan, vertaler. Is het erg dat het Nederlands geen wereldtaal is?
Wat is het toch met het Nederlands dat het niet global is gegaan? Omdat we een klein taalgebied zijn? Da’s niet de oorzaak, dat is het gevolg. Het Engels en het Portugees werden oorspronkelijk in een niet veel groter taalgebied gesproken dan het Nederlands.
In Onze Taal 4, 2015 legt Gaston Dorren uit waarom sommige talen wereldtalen werden. Het heeft te maken met de neutrale rol die deze talen speelden in de koloniën. Ze waren een alternatief voor de taal van de dominante groep, zoals bijvoorbeeld de Hindi in India. Het gebruik van het Hindi riep grote weerstand op bij andere minderheden. Engels bleek het beste compromis. In de Verenigde Staten werden de inheemsen, en dus de inheemse talen, min of meer uitgeroeid en was het Engels om die reden dominant.
Het Nederlands heeft alleen in Suriname vaste voet aan de grond gekregen. Met het Nederlands heeft niemand daar een warme band en dus is het geschikt als neutrale taal. Maar op de Nederlandse Antillen en in Indonesië zijn het Papiamentu en het Maleis voorhanden als lingua franca die dicht bij de eigen (inheemse) talen ligt. Daar is het Nederlands niet nodig.
Verzen met boulimie
Hoe groot een taal is of is geworden, is dus niet een kwaliteit van de taal zelf. Het Engels is niet meer geschikt voor world domination dan het Nederlands. Het Engels is ook helemaal niet makkelijker dan het Nederlands, al roepen nota bene veel Nederlanders dat.
Het internationale Engels dat tegenwoordig wereldwijd als neutrale taal dient is wel makkelijk. Dit Engels is de wereldtaal voor communicatie, de internationale taal van de wetenschap, automatisering, luchtvaart en internationale organisaties. Maar dit Engels is een vereenvoudigde versie van de oorspronkelijke taal, het is Engels light. Geen taal waarmee je ‘in roomboter geserveerde beelden’ schrijft, zoals Ilja Leonard Pfeijffer het noemt, ‘en verzen met boulimie.’
Rijkdom en finesse
Geen enkele taal is logischer, makkelijker en zeker niet mooier dan de andere. Wat een taal mooi maakt, is wat we ermee doen. Hoe we haar flamberen als we poëzie schrijven, hoe we haar laten ronken als we liefhebben, hoe we haar laten kermen bij een graf. En dat kan alleen als we de complete editie van de taal tot onze beschikking hebben en niet een uittreksel ervan. Vondel schreef het gedicht Kinder-lyck bij de dood van zijn zoontje Constantijn, dat nog geen jaar oud was. Hij kon dat alleen in de taal die hij tot in alle uithoeken kende.
Dus moeten we rouwig zijn om het feit dat Dutch Golden Age Studies in het Engels worden gegeven? Nee. We moeten pas rouwig zijn als het internationale Engels of een andere neutrale taal de standaardtaal wordt voor altijd en iedereen. Want in neutraliteit en standaardisering gaan de rijkdom en finesse van taal verloren. Dat zie je zelfs met een lodderoog.