24-11-2015

MAGER PRATEN MET DE TAAL

De maximale impact van poëzie

poëzie roteb communicatie

Roteb, het Rotterdamse vuilophaalbedrijf, heeft al sinds 1988 dichtregels op haar vuilniswagens staan. Verder moet je poëzie met een lampje zoeken in de communicatie van bedrijven en instellingen. Op zich is het begrijpelijk, poëzie heeft haar imago niet mee. Tijd voor reputatieschadeherstel. Want poëzie is een krachtig communicatiemiddel.

“Is het niet een bijzonder kostelijke zaak dat de ernstigste filosofen, hoe nauw ze het met de zekerheid ook nemen, zich nog steeds op dichterlijke uitspraken beroepen om hun gedachten kracht en geloofwaardigheid te verschaffen? – en toch is het voor een waarheid gevaarlijker wanneer de dichter haar bijvalt dan wanneer hij haar tegenspreekt!”, schrijft Nietzsche in De Vrolijke Wetenschap.

Pff, wat maak je me nou, dacht ik toen ik het las. Ik denk dat weinig kunstenaars zo begaan zijn met de ‘waarheid’ als dichters. Zij stellen zich tot doel tot de kern van iets door te dringen, hun onderwerp tot op het bot te ontleden, met een minimum aan woorden. Terwijl prozaschrijvers hun gedachten in detail uitwerken, met argumenten of verhalende elementen, willen dichters meestal de boodschap zo kernachtig mogelijk neerzetten. Poëzie is dan ook een geconcentreerde taalvorm die afwijkt van het gewone spraakgebruik en geschreven proza. Met eigen regels, of eigenlijk geen regels, waardoor de dichter alle vrijheid heeft om de lezer prikkelen.

Je zou zeggen dat poëzie zich dus bij uitstek leent voor communicatie van bedrijven en organisaties – ze levert korte, kernachtige boodschappen met een maximum aan zeggingskracht. Ik probeer dan ook waar ik kan de poëzie naar binnen te fietsen in de communicatie. Lang geleden dat het lukte overigens. Ik mocht het doen voor Nederlands Dans Theater, op radio en in IM’s in de dagbladen. Een voorbeeld: Vandaag is nacht als de dag begint./ Vandaag is werken voor je op kantoor bent./ Vandaag is een broodje na de lunch./ Vandaag is feiten en jij erachteraan./ Vergeet vandaag./ Nederlands Dans Theater.

Hoe geslaagd deze teksten zijn als gedichten laat ik maar even in het midden (mijn eerste bundel moet nog uitkomen). Wel ben ik trots op het feit dat de opdrachtgever het aandurfde te communiceren met en door poëzie. Het middel sloot naadloos aan bij de boodschap: uitstijgen boven het alledaagse.

Toch snap ik de huiverigheid wel, hoor. Poëzie vergt over het algemeen meer van de lezer dan proza. Niet iedere boodschap leent zich daarvoor. Maar waar het kan, zouden we poëzie moeten inzetten. Omdat de impact van de boodschap met poëzie maximaal is. Lees Jan Arends:

Ik

schrijf gedichten

als dunne bomen.

Wie

kan zo mager

praten

met de taal

als ik?

Misschien

is mijn vader

gierig geweest

met het zaad.

Ik heb

hem nooit

gekend

die man.

Ik heb

nooit

een echt woord gehoord

of het deed pijn.

Om pijn

te schrijven

heb je

weinig woorden

nodig.

Dit gedicht staat huizenhoog op een blinde muur aan de Botermarkt in Leiden. Met geen ander doel dan aandacht te vestigen op zichzelf. Een Effie, zou ik zeggen.