HET SPROOKJE VAN DE LEESBARE TEKST
Nog steeds fungeren vaste tekstschema’s als kapstok voor beginnende schrijvers. Leesbare teksten levert dat niet op. Zijn leesbare teksten dan een sprookje? Nee. Sprookjes zijn leesbare teksten. En daar kunnen we allemaal wat van opsteken.
Tja, zo houden we ze natuurlijk in stand, die onbegrijpelijke en onleesbare teksten. Op de universiteiten en hogescholen leren de studenten nog schrijven alsof de lezer niets anders te doen heeft dan lezen. Alsof de lezer met plezier lijvige boekwerken van 200, 300 pagina’s doorwerkt, tot hij eindelijk aankomt bij tadaaaaa… de conclusie. Waarna hij met een tevreden zucht en een zachte plof het boek dichtslaat.
Grote boze tekstschema’s
Zo werkt het niet meer, in deze tijd. Toch worden via de hogere opleidingen nog vaste tekstschema’s gepresenteerd aan de studenten. Zoals deze bijvoorbeeld, voor adviserende teksten:
Inleiding
Beschrijving van X
Verklaring van X
Oordeel over X
Inventarisatie van oplossingen Y, Z
Beoordeling van oplossingen Y, Z
Advies: Y of Z?
Conclusie
Eh, ben je daar nog? Of haakte jij ook af ergens bij ‘inventarisatie van’? Als je een dergelijke inhoudsopgave ziet, heb je toch geen zin meer? Noch om te lezen, noch om te schrijven? Zo’n tekstschema is als een grote boze wolf die je vanachter een boom aangrijnst. Dan loop je liever een bosje om.
Het moet anders
Dat kan anders, heren en dames op universiteiten en hogescholen. Sterker nog, het moet anders. Jullie geven hoogopgeleiden een slechte naam als het gaat om begrijpelijk schrijven. Want na het wetenschappelijke schrijven volgt het zakelijke schrijven. Of het bestuurlijke schrijven. Schrijven voor andere mensen dan academici. En dat vereist een andere aanpak dan zwoegend van beschrijving en verklaring naar oordeel en advies.
Belangrijk in deze tijd is dat de lezer meteen weet waar hij aan toe is. Dat de hoofdboodschap al in het begin van de tekst duidelijk is. Bij een korte tekst is dat in de eerste alinea, bij een lange tekst is dat op de eerste bladzijde.
Sprookjesopbouw
Hoe structureer je die eerste belangrijke alinea of eerste bladzijde? Schrijf een sprookje. Bij een sprookje is de opbouw als volgt:
Situatie
Er was eens een prins die graag wilde trouwen.
Complicatie
Hij wilde alleen trouwen met een echte prinses.
Vraag
Hoe weet je of een meisje een echte prinses is?
Antwoord
Leg haar op twintig matrassen met daaronder een erwt.
De communicatieprofessional herkent het piramideprincipe van Barbara Minto. Deze consultant van McKinsey & Company leerde in 1987 dat je met situatie, complicatie, vraag en antwoord de hoofdboodschap van zakelijke teksten te pakken hebt en dat die aan het begin van je tekst moet staan. De rest van de tekst is uitwerking van die hoofdboodschap in ‘hoe’ en ‘waarom’.
Maar eerder nog dan Minto was er het sprookje, een prachtig, eeuwenoud middel om een boodschap te communiceren. Denk ‘Prinses op de erwt’ en je hebt een leidraad voor je inleiding. De tekstschema’s mag je bij deze met stenen in hun maag in een put gooien.