IK ZIE ER WEL HEL IN
Over tekst ingewikkeld als tantraseks
Vorige week was er een ophefje over het nieuws dat de rappers van Zo Moeilijk een grotere vocabulaire zouden hebben dan Harry Mulisch. Zo Moeilijk scoort met 1393 unieke woorden beter dan Mulisch met 1366 unieke woorden in De ontdekking van de hemel. Stiekem gniffelen we dan, tenminste ik wel. Maar waarom eigenlijk?
Het stond in de Volkskrant: drie onderzoekers van de Universiteit Leiden namen van dertig rappers 4000 woorden uit tien tot vijftien nummers en vergeleken die met de eerste 4000 woorden in boeken van vier bekende Nederlandse schrijvers. Zo Moeilijk bleek hoger te scoren dan Harry Mulisch.
Natuurlijk kwam er reactie uit literaire hoek. A. F. Th. van der Heijden sprak van nepnieuws en 'al die malle Engelse woorden' die de rappers gebruiken. Hoge cultuur versus lage cultuur dus. Die discussie is van heel veel tijden. Ik heb de neiging om vanuit een David-Goliathgevoel te leunen naar de kant van hiphoppend Nederland. Maar waarom?
Begrijpen niet het belangrijkste
Om te beginnen begrijp ik niet alles als ik raps hoor of lees. De Engelse woorden in de tekst gaan nog wel, maar voor de straattaal zit ik geloof ik te veel binnen. Was me naam van Zo Moeilijk snap ik maar ten dele: 'Ey, ik kus princess, yes I-a/ Ganja time Nos pass fiya/ De fabrikant van chocola/ Tangaatjes zijn de sjaak/ Een hele volle smaak voor die willen komen.' Ehm…
Maar hey, ik begrijp ook niet alle poëzie van gevestigde dichters. En ik heb er als neerlandicus notabene voor doorgeleerd. Tijdens mijn studie was Hans Faverey verplichte kost. Ik citeer zijn gedicht Een witte raaf: 'op een witte walvis;/ een waarnemend subject,/ (gepostuleerd); geen water,// laat staan zout water -. Elkaar// voortdurend bijsturend, feed-/back, moeten zij maar zien/ hoe zich uit deze tekst// te verwijderen.' Soms is begrijpen blijkbaar niet het belangrijkste.
Moeten we Hans Faverey hoger aanslaan omdat hij niet van de straat is? Of de rappers omdat ze dat wel zijn? Welnee, gewoon verschillende schrijvers en vaak ook ander publiek. Het punt is: rappers zullen niet gauw neerkijken op A. F. Th. Omgekeerd gebeurt dat wel. Vanuit een Goliathperspectief.
Zand in de motor
Als ik van Zo Moeilijk was, zou ik antwoorden met m’n eigen tekst: 'zet je stijl neer/ met jouw stijltje gooide ik het bijltje neer/ ik zie geen hel meer.' Want dit vind ik behoorlijk goed. De rapper-dichter daagt de andere rapper-dichter uit om zijn eigen stijl neer te zetten. En hij dist hem: Als ik jouw stijl had, kapte ik ermee. Want daar ziet hij geen heil in. Of geen hel. Dat is misschien nog wel erger.
Een zin als 'Ik zie geen hel meer' vind ik geweldig. Omdat die zand strooit in de motor van ons geautomatiseerde taalgebruik. Daar zouden ook de literatoren zich door kunnen laten inspireren. En ieder ander die creatief taalgebruik hoog in het vaandel heeft. De rappers zijn er in ieder geval nog niet klaar mee: 'Nog drop ik dikkere tekst/ ingewikkeld als tantraseks.' Strakke poëtische metafoor. Tantraseks moet je ook niet willen begrijpen.