MOET IK DAN NU APPEN DAT IK GA PLASSEN?
Wanneer politiek persoonlijk wordt
‘Het persoonlijke is politiek’ was één van de leuzen van de feministische beweging in de jaren zestig en zeventig. Met andere woorden: persoonlijke ervaringen kunnen door veel mensen gedeeld worden en soms vragen ze dan om politiek beleid. Omgekeerd kan politiek ook persoonlijk zijn. Dat ervaren we sinds een half jaar vrijwel allemaal op dagelijkse basis.
Ik werk nu vier maanden voor het LCDK, het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten, dat het testen op COVID coördineert. Daar merk ik wat de impact van het coronavirus is op onze levens, van de mensen die het direct treft, maar ook van de mensen die bij de GGD’en en laboratoria het testen op COVID voor hun rekening nemen. Na maanden van stelselmatig overwerken, dreigen zij langzaam om te vallen. En ook binnen het LCDK draaien de medewerkers overuren. Ik draai twee dagen in de week dapper mee op communicatie.
En toen kreeg mijn dochter corona. Ze is negentien, dus dan weet je het wel. Zodra we hoorden dat ze besmet was, gingen we in quarantaine en de dochter in strikte zelfisolatie. En dus zetten we eten en drinken voor haar kamerdeur, benoemden we een wc tot corona-wc en maakten we een appgroep aan voor als ze door het huis ging bewegen. “Moet ik dan nu appen dat ik ga plassen?”, was het eerste dat ze ons stuurde. Politiek werd ineens wel heel persoonlijk.
Beha's
We kwamen er allemaal goed vanaf. Het meest vervelende was nog de angst dat we mensen in onze omgeving misschien in gevaar hadden gebracht. Ik mag hopen dat iedereen er net zo glad doorheen zeilt, nu het aantal besmettingen wekelijks verdubbelt.
De feministische beweging in de jaren zestig en zeventig wordt ook wel ‘de tweede golf’ genoemd. Hij was minder heftig dan de eerste. Er sneuvelden wat beha’s, maar er vielen zover ik weet geen dodelijke slachtoffers. En de derde golf ging stilletjes voorbij. Corona volgt denk ik alleen die lijn als wij ons politiek beleid persoonlijk aantrekken.