LEERKRACHTEN ALS VROUWEN DIE IN DE SPIEGEL KIJKEN
Leerkrachten kijken naar het schrijfwerk van hun leerlingen, zoals vrouwen in de spiegel kijken: ze zien vooral wat niet goed is. Geen wonder dat een kwart van de pubers schrijven stom vindt. En dat een kwart van de leerlingen aan het eind van de basisschool het minimale schrijfniveau niet beheerst. Leerkrachten weten vaak niet wat ze met schrijfwerk aan moeten en hoe het te beoordelen. Is ook lastig. Ik denk mee.
Een groot deel van de leerkrachten heeft niet geleerd hoe ze het schrijfwerk van hun leerlingen kunnen beoordelen, constateert Aleid Truijens in de Volkskrant nadat ze voor ons het rapport van de Inspectie voor het Onderwijs las. “In interviews zeggen ze creativiteit, expressie en goed de inhoud overbrengen belangrijk te vinden, maar in de praktijk beoordelen ze vooral spelling en grammatica, want daar zijn wél normen voor.” Yep, de norm van dt en andere spellingsregels, die overheid en onderwijs wettelijk verplicht zijn te volgen.
Leerkrachten zien bij het schrijfwerk dus vooral de grammaticale missers en spellingsfouten en corrigeren die. Want dat is het enige waarop je spelling en grammatica kan beoordelen: als het niet goed is, is het fout. Maar wat doe je met de andere niveaus van de tekst? En hoe beoordeel je creativiteit en expressie? Het ontbreekt leerkrachten aan meetinstrumenten hiervoor.
Van macro naar micro
Ik doe een poging vanuit de schrijftraining die ik geef. Daar adviseer ik om schrijfwerk, voordat het de wereld in gaat, te beoordelen op vier niveaus. En omdat je niet op verschillende niveaus tegelijk kunt denken, kun je dat het best achtereenvolgend doen. Daarom, van macro naar micro:
- Inhoud: wat is de boodschap? Is die helder?
- Opbouw: zijn de stappen waarin de boodschap wordt verteld duidelijk en logisch?
- Formulering: zijn de zinnen goed opgebouwd en afwisselend? Is de woordkeus helder en to-the-point?
- Afwerking: zijn spelling en grammatica conform de regels?
Per niveau vallen meer handvatten voor beoordeling te geven, hoor. Als je die wilt weten, mag je me mailen of bellen. Voor dit blog laat ik het even hierbij. Blijven over creativiteit en expressie. Hoe beoordeel je die? Ik zou zeggen:
- Creativiteit: telkens een half punt erbij als er een glimlach in je mondhoek zit vanwege inhoud, opbouw of formulering.
- Expressie: telkens een half punt erbij als inhoud, opbouw of formulering persoonlijk is en eigen aan de persoon die het stuk heeft geschreven.
Met deze zes meetpunten staat de leerkracht wellicht steviger in de beoordeling van schrijfwerk. Zo kan de leerkracht het schrijfwerk voor de spiegel een rondje laten draaien om te zien of het als geheel geslaagd is. Het puistje van de dt-fout is dan al veel vergeeflijker.
Foto: Polina Tankilevitch