OM TE SCHRIJVEN HEB JE WEINIG WOORDEN NODIG
“Ik/ schrijf gedichten/ als dunne bomen. Wie/ kan zo mager/ praten met de taal/ als ik?”, schreef de dichter Jan Arends in de jaren zestig. Intussen kunnen heel wat ouderen in Amsterdam Zuid het hem nazeggen. In een schrijfworkshops Elfjes Schrijven, ontdekten ze de kracht van mager praten - je uitdrukken in een klein aantal woorden met des te grotere zeggingskracht.
Op het Ouderenfestival in het Huis van de Wijk in Buitenveldert ging ik met ouderen aan het schrijven. Ik had ze met mijn vrolijkste gezicht verleid om mijn zaaltje binnen te stappen, ook degenen die wat vies keken toen ik het ze vroeg. Een uur later al stonden ze enthousiast buiten. Schrijven is hartstikke leuk. Zei ik toch? Zeker als je elfjes schrijft.
Een elfje bestaat uit elf woorden en vijf regels. Op de eerste regel van een elfje staat één woord. Op de tweede regel staan twee woorden, op derde regel drie woorden, op de vierde regel vier woorden en op de vijfde regel staat weer één woord. Het laatste woord vat het gedicht samen. Zo’n elfje is dus een soort puzzel. Woorden vinden die precies dat uitdrukken wat je wilt zeggen. En dan met een uitsmijter komen. Mijn klasje was er vrij snel meester in. Zoals een deelneemster dichtte:
Ik
Dans graag
De voeten leiden
Ik laat me verleiden
Cadans
Knap, dat laatste woord. Volop voldoening, als je zoiets al schrijvend vindt. Maar schrijven kan ook lucht geven aan verdriet. Een vrouw die aan de workshop meedeed, had net het bericht ontvangen van het overlijden van een oude kennis. Ze schreef en gaf uitdrukking aan haar verbijstering:
Nu
Een lieverd
Een slecht bericht
Nooit verwacht, geen idee
Weg
Het laatste woord staat er zo alleen en troosteloos. Zoals Jan Arends dichtte (in negen woorden dan wel): Om pijn/ te schrijven/ heb je/ weinig woorden/ nodig. Ik zou zeggen (in acht woorden): Om te schrijven heb je weinig woorden nodig. Mager praten maakt (bijna) iedere tekst beter.